Ik schrijf als het even kan teksten in het “platte tekst[1]” formaat.
Dat doe ik omdat platte tekst het enige formaat is dat universeel en toekomstvast is.
Universeel omdat zulke tekst op elke computer of tablet of smartphone gelezen en weer bewerkt kan worden.
Toekomstvast omdat je nooit weet wanneer die tekst weer gebruikt gaat worden en of er dan een apparaat is dat in staat is om opgemaakte tekst in te laden en zoals ik het, toen ik het schreef, bedoelde te tonen.
Immers:
1. Je weet van te voren nooit of vreemde lettertypes (fonts) ook op de computer of tablet van de ontvanger aanwezig zijn.
2. Je weet nooit op welk soort computer of tablet die tekst weer gelezen of verder bewerkt gaat worden.
3. Opmaak (inspringen, wet, cursief etc.) wordt in de tekst “onder water” opgeslagen. De ontvanger moet maar net hetzelfde app-je hebben om alle opmaak te kunnen laten interpreteren. (Microsoft Word gebruikt andere onderwater-codes dan Apple Pages of een andere tekstverwerkings app).
- “Platte tekst” is tekst zonder opmaak (dus alleen maar letters, cijfers en leestekens, maar geen vet, cursief, inspringen, etc.). Vergelijkbaar dus met “plat water” (water uit de kraan). ↩